De verwijsindex gaat dóór

De verwijsindex gaat door

We twijfelden er zelf niet aan, maar er is eindelijk meer duidelijkheid over het voortbestaan van de verwijsindex: deze gaat minimaal vier jaar door!1Rapport De VIR in beeld, pagina 9: “Mocht binnen een termijn van 4 jaar geen substantiële doorontwikkeling hebben plaatsgevonden, dan dient heroverweging van het wettelijk kader alsnog plaats te vinden.” Dat blijkt uit de Kamerbrief van de regering van 21 november 2021. “De Verwijsindex Risicojongeren (VIR) is ontwikkeld om de samenwerking van hulpverleners rond het kind en het gezin te verbeteren. Via de VIR kan een professional checken welke andere professionals betrokken zijn (geweest) bij het gezin. Gemeenten en het veld onderschrijven de doelen van de VIR: vroegsignalering, informatie-uitwisseling en het komen tot tijdige en passende zorg hulp of afstemming tussen professionals. De meningen over de wijze waarop de doelen kunnen worden bereikt, en de rol van de VIR hierbij, lopen uiteen. Sinds de invoering van het instrument in 2010 zijn er grote verschillen in het draagvlak, en de mate waarin meldingen in de VIR worden gemaakt. Aanvullend op de evaluatie van de VIR in 2020 is dit jaar verdiepend onderzoek uitgevoerd naar het doelbereik en mogelijke (bekende) alternatieven.”

Vervolgens concludeert men onderstaande punten:

  • “Er is geen passend alternatief voorhanden. Alternatieven als overlegstructuren, lokale (wijk)teams en de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling richten zich deels op andere doelen en doelgroepen. Daardoor kan beperkter bovenlokale of -regionale vroegsignalering en informatie-uitwisseling tussen professionals plaatsvinden. Deze alternatieven dienen eerder als optie naast, dan in plaats van, de VIR te worden gezien.”
  • “Er liggen kansen voor doorontwikkeling gericht op het wegnemen van knelpunten. De benoemde knelpunten zijn: versnippering in het land; achterblijven participatie van organisaties en professionals; verbetering van monitoring en het zicht op resultaten van de VIR; het versterken van de positie van jeugdigen en ouders; onduidelijkheid over informatie uitwisseling m.b.t. de AVG; passende naamgeving en m.b.t. tot het wettelijk kader; discussie over de wettelijke verplichting voor gemeenten om te moeten voorzien in een aansluiting met de VIR en onduidelijkheid over rollen en taken.”
  • “Er is wisselend draagvlak in gebruik en het instrument kent uitgesproken voor- en tegenstanders; zowel bij de veldpartijen als onder gemeenten. De onderzoekers stellen dat de verschillende opvattingen over de VIR ook bij doorontwikkeling zullen bestaan, maar wellicht minder scherp wanneer zichtbaar wordt gewerkt aan de knelpunten.”

De concrete aanpak

“Het is belangrijk dat professionals van elkaar weten dat zij betrokken zijn bij een kind of gezin en dat voorkomen wordt dat er langs elkaar heen wordt gewerkt, ook in die situaties waarin professionals elkaar niet in hun bestaande netwerken tegenkomen. We gaan de uitkomsten bespreken met gemeenten en veldpartijen, ouders en kinderen en vervolg bepalen. Een succesvolle doorontwikkeling van de VIR is afhankelijk van de inzet van veel schakels waaronder gemeenten, leveranciers, organisaties en professionals.”

It giet oan

Het rapport De VIR in beeld, dat als bijlage bij genoemde Kamerbrief is meegestuurd, laat zien dat de aantallen signalen en matches landelijk flink zijn toegenomen. Het aantal signalen is in 2020 met meer dan 30% toegenomen ten opzichte van 2018 en het aantal matches met een nog groter percentage (bron: pagina 28 van Rapport De VIR in beeld). Dus goed om te lezen dat men nu inzet op doorontwikkeling. Kortom, it giet oan! Al hebben we het dan niet over de Elfstedentocht, maar over de verwijsindex. Ook een flinke tocht, maar gebruik daarvan is gelukkig niet weersafhankelijk.

Bron: Detail 2021D45062 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

  • 1
    Rapport De VIR in beeld, pagina 9: “Mocht binnen een termijn van 4 jaar geen substantiële doorontwikkeling hebben plaatsgevonden, dan dient heroverweging van het wettelijk kader alsnog plaats te vinden.”